Ik lag een paar dagen in Povoa de Varzim verwaaid. Bij zuiden en westelijke wind gecombineerd met veel deining, is het onmogelijk om de haven uit te varen. Er is een speciale website die aangeeft welke havens en getijden rivieren je in dan wel uit mag varen. Vooral bij stroom tegen deining en wind lopen er grote brekers tussen de havenpieren.
Nou ligt Povoa nogal dicht bij Porto, dus dan daar maar heen met de metro. Prachtige stad, maar wel erg veel toeristen, moet ik er natuurlijk zelf ook niet heengaan. Alles wat een toerist moet doen gedaan, dus port proeverij, ritje met de kabelbaan en rondvaart over de Douro.
In de haven van Povoa liggen veel, zgn live aboards, die op weg met hun boot zijn blijven liggen, er staan ook veel jachten op de kant, sommigen zoals het er uit ziet al jaren.
Ik kwam Mark, een Ierse solozeiler tegen, aangezien we ongeveer hetzelfde doel en tijdsbestek hebben, respectievelijk de Middellandse zee en geen idee wanneer we daar aan willen komen, zeilen we een paar dagen samen op. Mark is in een keer van Ierland naar Povoa de Varzim gevaren, flinke tocht, dus hij zeilt heel anders dan ik.
Eerst varen we naar Porto waar we prachtig ankeren in de baai bij de marina, de volgende dag door naar Aveiro. De kust lijkt erg op die van Noord-Holland, duinen en zand. We ankeren in een baai bij Aveiro, aangezien er niet zo veel te zien en doen is varen we de volgende dag al weer verder naar Figuera do Foz. We maken gebruik van een lage drukgebied dat boven het Iberisch schiereiland ligt, dus hebbebn we noordelijke bakstags wind, 15- 20 knopen. Net voor Figuera ligt een hoge kaap, en achter de kaap komen we de heer Venturi tegen, de wind wakkert aan tot boven de 35 knopen, maar 2 mijl verder is het al weer rustig. Figuera is een leuke plaats, en de ex van mijn nicht komt gezellig aan boord met zijn nieuwe vriendin en zijn zoon, weer een erg gezellige avond,…..
Aangezien de wind nog steeds gunstig is en er groen licht is op de bar bij de ingang van de haven, weer door naar Nazaré. Ik verheugde me echt op de plek waar de hoogste golven ter wereld zijn gemeten, dat komt omdat er onder water een heel diepe kloof ligt, en dat in combinatie met wind en stroming resulteerd in golven van 30-35 meter. Helaas en gelukkig niets van dat alles, komt vooral voor in de maanden oktober en november. Nazaré is behoorlijk toeristisch, en heeft een prima jachthaven. Ze zijn wel duurder dan in Nederland, maar als je aankomt staan er 2 havenmeesters om je landvasten aan te pakken, en daar betaal je natuurlijk wel voor. Na een ochtend Nazeré besluiten Mark en ik om toch maar verder te varen naar Peniche, het meest westelijke deel van mijn tocht tot nu toe. Het ligt op een schiereiland en in Peniche zaten tijdens de militaire dictatuur politieke gevangenen vast. Na een veeeeeel te gezellige avond, tijdens de volgende wat brakke dag de drank uit mijn lijf gewandeld.
De marina is ok, maar voor het eerst gestapeld gelegen. Toen ik de volgende dag wilde vertrekken was het wel een uitdaging om van lager wal weg te steken, voor en achter me had ik maar 1 meter ruimte, maar met een diagonale landvast van mijn achterschip kon ik de boeg genoeg in de wind krijgen om af te varen.
Nu op weg naar Cascais, mondaine badplaats, met een peperdure marina maar ook een prachtige beschutte baai waar je prima kan ankeren. Ik heb wat vrienden in Lissabon en die heb ik uitgenodigd om stroomopwaards de Taag op te varen. Er staat in de monding behoorlijk wat stroming, maar met de stroom mee ben je ook snel in Lissabon. Mooi om onder de iconische brug door te varen, maakt wel een pokke herrie, dus besloten om naar de meest oostelijk marina te gaan. Na een leuke dag Lissabon weer terug naar Cascais om een dag later naar Sesimbra te kruisen. Vreemd genoeg staat die haven niet in de Imray pilot, terwijl hij echt handig ligt tussen Cascais en Sines. Plaatsje is niet zo veel aan, en omdat mijn dochter Britt naar Portugal komt, de volgende dag weer een lang kruisrak naar Sines gevaren, tot 20 knopen ware wind op de neus, dus hard werken. Reven, ontreven, reven, want je moet er wel een beetje de gang in houden met een deining van een meter of 2-3, anders ligt je gewoon stil. Het schip en de bemanning hielden zich goed, maar de laatste was wel bek af.
Nu in Sines wachten op westelijke of noorden wind, om dan de 65 mijl naar Kaap Sao Vicente, vanaf daar wordt het dan eindelijjk weer een oostelijke koers sturen, naar de prachtige Portugese zuidkust.
Bij de Straat van Gibraltar wacht mij dan de volgende uitdaging, de Orca’s.
Ahoy !